zaterdag 15 februari 2014

Meiboom

Ken je dat gevoel dat je iemand zo lief vindt dat je altijd bij hem of haar wilt zijn?
En hoe mooi het is als hij of zij datzelfde gevoel ook heeft.
Hoe mooi zou het zijn als we dat gevoel altijd zouden hebben en met alles en iedereen.
Dat we wanneer we iemand ontmoeten als ware geliefde, deze dan omhelzen en werkelijk versmelten, één worden...
Dat kan! Het is gebeurt en het gebeurt iedere dag.
En omdat te vieren en omdat te herinneren dansen we rond de Meiboom.

Lang geleden leefden wij mensen veel meer in harmonie met de natuur dan vandaag de dag. Maar net als vandaag zijn er door de tijden heen altijd problemen geweest.
Sommige mensen noemen het uitdagingen. Er bestaan geen problemen, alleen uitdagingen.
Er zijn ook altijd mensen geweest met net een beetje meer wijsheid dan anderen. Dat zijn mensen die in hun hele leven nooit problemen hebben gehad. Mooi hè zou dat zijn een leven zonder problemen. Maar vergeet niet: deze mensen hebben wel in hun leven voor de grootste uitdagingen gestaan en deze zelfs vaak overwonnen en als dat niet ging of zelfs mogelijk was de situatie simpelweg geaccepteerd.
Nu waren er heel lang geleden, toen wij mensen nog in hutten woonden , niet in huizen, toen er nog geen winkels waren, maar al het eten kwam uit het bos, een jongen en een meisje die van kinds af aan heel veel van elkaar hielden en zoveel licht en liefde uitstraalde dat iedereen dol op hen was. Maar niet iedereen was alleen dol op hen. De mensen waren ook wel jaloers. Het meisje heette Mei omdat ze zo vrolijk, levendig en zonnig als de maand mei was. De jongen heette Boom omdat hij zo stevig was en voor velen een rots in de branding. Zodra zij oud genoeg waren trouwden zij. En het huwelijksfeest duurde wel een week. De hele week werd er gezongen, gelachen, er werd muziek gemaakt en er werd gedanst. Werkelijk Mei en Boom waren de beste en mooiste dansers. Het was betoverend om hen te zien dansen. En als zij dansten dan danste de wind, de bomen, de bladeren, de vogels en vaak ook andere dieren met hen mee.

Mei en Boom gingen wonen in het bos en bouwden een mooi huis op palen. Er stond een ladder tegen aan om naar boven en binnen te komen. 
Vaak kwamen de mensen met hun problemen langs bij Mei en bij Boom. Zij konden de mensen laten zien waar de uitdaging lag. En hoe ze hun problemen te boven konden komen. Vaak was het Boom die de mannen raad gaf en Mei de vrouwen.
Lange tijd ging dit goed. Maar steeds meer mensen kwamen er naar de twee geliefden en steeds vaker wilden mensen hun uitdagingen niet onder ogen zien. Ze zeiden dat het onrecht was en steeds vaker werden mensen boos en afgunstig tegenover Mei en Boom. Er werd geroddeld onder de mensen en ze beschuldigden Mei en Boom van hekserij en duivelskunsten. Het werd gewoon ondraaglijk. Mei en Boom zijn weg getrokken steeds dieper de bossen in, steeds verder van de mensen weg. En de mensen vergaten steeds meer hun innige band met de bomen, de bossen, de natuur en Moeder Aarde. 

De mensen gingen in steden wonen en steeds verder ontwikkelden zij zich. 
Mei en Boom woonden nog steeds samen en volledig in geluk en hun liefde was zo groot en zo puur dat ze altijd jong bleven en de eeuwen overleefden. 

Steeds meer mensen raakten eenzaam. Steeds meer mensen werden ziek. Steeds meer mensen begonnen zich te herinneren in hun dromen dat het ooit anders was. Dat er ooit een gelukkige tijd van vrijheid en liefde geweest was. En eigenlijk dat die tijd niet ver weg was... wat zeg ik ?! Dat die tijd niet ver weg is! Het is binnen handbereik. 

En veel mensen, jongens en meisjes, mannen en vrouwen, droomden allen dezelfde droom. Ze droomden van de wijsheid en de liefde die verborgen ligt in de bossen. 
En steeds meer mensen trokken de bossen in op zoek naar zichzelf. Op zoek naar de wijsheid om de uitdagingen weer aan te kunnen, de uitdagingen die zij voor zich zagen.
Soms kwamen zij bijeen in grote cirkels en gaven elkaar de hand. Vaak werd er gezongen. Vaak werd er gedanst. Steeds vaker danste men rond bomen. Dat voelde goed voor iedereen.
En op een dag gebeurde er iets wonderlijks. Mei en Boom zagen de mensen dansen en hoorde hen zingen. Hun harten maakten een sprongetje. Zo blij waren zij. Ze kwamen uit het bos te voorschijn. En de mensen die in een cirkel dansten rond een jonge Lindeboom,
toen ze Mei en Boom zagen en het licht dat zij uitstraalden lieten ze elkaars handen los.
Zonder wat te zeggen liep het bijzondere echtpaar op de boom toe. En de cirkel opende zich voor hen. 
Bij de boom bleven ze staan. Ze omarmden de boom met hun liefde en het was net of de lindeboom even schudde, sidderde van plezier. 
Nu begonnen Mei en Boom te spreken het was alsof ze uit een stem spraken. Allebei zeiden ze precies hetzelfde op precies het zelfde moment. Het was betoverend om naar hen te luisteren. De liefde die daar rond ging was groot. Mei en Boom vertelde over de geschiednis en over de liefde van de bomen en het bos en over de wijsheid. 
Hoe lang zij hebben verteld kon niemand zich herinneren. Het leek maar kort maar toch was er enorm veel verteld. Genoeg om een mensenleven op te teren. 
Het allerlaatste wat dat o zo bijzonder echtpaar de mensen leerden was een dans met linten rond de boom. Een dans die helpt te herinneren dat we elkaar nodig hebben. Dat we allemaal samen zijn. Dat we een harmonie zijn met elkaar met de bomen, het bos, de natuur en Moeder Aarde. 
Daarna omhelsden zij een ieder in die cirkel, daarna elkaar en toen de lindeboom.
Het was iets heel bijzonders wat er toen gebeurde. 
Iedereen in de cirkel zag het. De lichamen van Mei en Boom werden transparant en vloeiden toen samen, samen met elkaar en samen met de boom. 
Dit was de eerste Meiboom die de mensen met zich mee brachten naar het dorpsplein. 
Daar werd hij in de grond geplant. 
De linten werden er in opgehangen. 
En ieder jaar werd er gedanst. 
En ieder jaar wordt er gedanst.
Want we zijn de liefde van Mei en Boom niet vergeten.



Philip Aswind van der Zee, 15 februari 2014, Geldermalsen